De Nationale Energieverkenning 2015 beoordeelt de resultaten van het Nederlands klimaatbeleid met een grote bandbreedte. Het woord ‘onzeker’ komt maar liefst 114 keer voorbij, signaleert Siebe Schootstra.

In reactie op de publicatie van de Nationale Energieverkenning 2015 afgelopen vrijdag, verklaart minister van Economische Zaken Henk Kamp de doelstellingen van het Energieakkoord nog altijd te zullen halen. Maar hiervoor zijn wel dringend extra maatregelen nodig, zegt hij volgens Het Financieele Dagblad.

Zo dreigt het aandeel hernieuwbare energie te blijven hangen op 12,4 procent in 2020, lager dan de voorgenomen 14 procent. Voor 2023 is 16 procent het doel, maar dat ligt volgens de Nationale Energieverkenning wél net binnen bereik, zij het met de nodige marge: waarschijnlijk 14 procent, mogelijk 16 procent.

Precies dit is de teneur van de 276 pagina’s tellende rapportage van Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN), waarin woorden als ‘onzeker’ en ‘waarschijnlijk’ de boventoon voeren en voor alle doelen aanzienlijke bandbreedtes gehanteerd worden, van ruim niet tot net wel.

Net wel, net niet

De Nationale Energieverkenning 2015 beschrijft uitvoerig de inspanningen die gepleegd worden om klimaatdoelen te halen als uitvloeisel van het SER Energieakkoord uit 2013. Nederland ligt op koers om de zelf opgelegde doelen te halen – los van Europees verband – maar niet zonder extra inspanningen. We noemen een paar uitkomsten uit de verkenning.

Het nationaal energieverbruik daalde in de periode 2000 tot 2013 met 120 petajoule (PJ). De doelstelling voor 2020 is een verdere besparing van 100 PJ. Volgens de raming blijft deze beperkt tot ruim de helft, tussen 33 en 76 PJ.

Het aandeel hernieuwbare energie in het bruto eindverbruik is in 2014 uitgekomen op 5,6 procent. Met vastgesteld beleid zal dit stijgen naar 10 tot 12 procent in 2020. Als ook voorgenomen beleid uitgevoerd wordt, kan 11 tot 13 procent gerealiseerd worden. Maar hiermee blijft de 14 procent voor 2020 buiten bereik. Wel kan in 2023 het aandeel duurzame energie met vaststaand plus voorgenomen beleid alsnog uitkomen op 15,7 procent. Een inhaalslag dus, althans op papier.

Ook ten aanzien van de uitstoot van broeikasgassen zijn doelen binnen bereik. De verkenning raamt een reductie van 19 procent in 2020 ten opzichte van 1990 (bandbreedte 17 tot 21 procent). Dicht bij de afgesproken 20 procent. ‘Maar ook bij het voorgenomen beleid ligt de reductie in 2020 nog 6 procent onder het niveau dat correspondeert met de reductie die de rechter de Nederlandse staat heeft opgelegd (te weten 25 procent ten opzichte van 1990)’, zo schrijft de verkenning, refererend aan de klimaatzaak aangespannen door Urgenda.

Maatregelen intensiveren

In de Nationale Energieverkenning wordt vooral staand en voorgenomen beleid behandeld. Extra maatregelen moeten helpen om doelstellingen niet alleen binnen bereik te brengen, maar nu echt te realiseren. Daarvoor wordt de SDE+ regeling (exploitatievergoeding voor duurzame energieprojecten) uitgebreid van 3,5 naar 8 miljard euro. Ook wordt benadrukt dat handhaving van het Activiteitenbesluit (wet Milieubeheer) soelaas kan bieden.

Handhaving is tot nu toe voor vrijwel alle gemeenten in Nederland een probleem. Verdere maatregelen komen nauwelijks aan bod; de verkenning hoopt op effect van de ‘Stroomversnelling’ voor het verduurzamen van bestaande woningen, een project dat al op achterstand staat.

Daarnaast noemt het rapport weinig bemoedigende feiten, zoals het gasveld Groningen dat volgens de huidige verwachting rond 2025 uitgeput zal zijn of de huidige budgetten voor research & development en demonstratie (RD&D-gelden), die al ruim een decennium rond de schamele 0,3 promille van het bbp bedragen – nog geen 3oo miljoen euro.

Hockeystick

In de aankondiging van de publicatie spreekt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) van ‘een kantelpunt’ en ook de samenvatting van de Nationale Energieverkenning ziet op basis van haar observaties een kanteling. ‘Enerzijds zijn er signalen dat de omslag naar een duurzame energiehuishouding wordt gemaakt: de efficiency van het energieverbruik neemt toe, het energieverbruik en de daarmee samenhangende luchtverontreiniging zijn gedaald en het aandeel hernieuwbare energie zal de komende jaren gaan toenemen. Maar anderzijds zijn de signalen nog weinig robuust.’

Zo lezend is van kanteling geen sprake, maar hooguit een voorzichtige beweging de goede kant op. Dit is geen omwenteling, geen onomkeerbare ontwikkeling, geen start van een zichzelf versterkend proces – het is géén kanteling.

In 2013 bij het verschijnen van het Energieakkoord schreef ik al over het gebrek aan ambitie: 'Energieakkoord nog lang geen deltaplan'. Dit gebrek aan ambitie lijkt zich nu te wreken. Doelstellingen liggen op of over de grens van wat bereikt kan worden en in de tijd die rest hoopt men op een inhaalslag. Zo wordt beleid wishful thinking en krijgen de grafieken van prognoses de vorm van een hockeystick.

Dit wordt mede onderstreept door de verkenning, die vaststelt dat het aan beleid voor de periode na 2023 ontbreekt. Ook aan Europese doelen die wel voor termijnen ver na 2023 zijn geformuleerd, is op nationaal niveau nog geen enkele invulling gegeven.

NEV2015-3-7

Zelf doen

Minister Kamp houdt vol dat afgesproken doelstellingen nog altijd gehaald zullen worden. Hij mag dat zeggen, maar maakt zich, zonder enig voorbehoud te maken, wel ongeloofwaardig. Zoveel blijkt wel uit de Energieverkenning.

Hoogleraar duurzaamheid prof. dr. Herman Wijffels lijkt het zat te zijn. ‘Wacht niet meer af wat de overheid doet! Het nationale energieakkoord loopt stroef en het is nu vijf voor twaalf’, zo sprak hij afgelopen week tijdens de Green Tech Week. Wijffels ziet voor ondernemers de rol weggelegd om de kansen van de transitie te benutten, waarbij de overheid benodigde ondersteuning kan bieden.

Hoogleraar transitiekunde Jan Rotmans, die het energieakkoord een ‘farce’ noemt, pleit voor groot denken. ‘Een deltaplan, waarin een miljoen woningen energieneutraal worden gemaakt in tien jaar, de gaskraan in Groningen dichtgaat en de zware industrie wordt aangepakt.’

Beide hoogleraren zitten daarmee op eenzelfde spoor. Verbeteren van de energie-efficiëntie in industriële processen en het energieneutraal maken van de gebouwde omgeving is business, waarbij het mes aan beide kanten snijdt. Naast het ontwikkelen van hernieuwbare energieopwekking met alle denkbare technieken is energiebesparing een hefboom die tot echte kanteling kan leiden. Daarvoor is het nog niet te laat, en het zijn deze kansen die de overheid op grote schaal zou moeten faciliteren.

Siebe Schootstra is hoofdredacteur van de sites EnergieBusiness.nl,EnergieOverheid.nl en EnergieVastgoed.nl.

Lees ook

Goedkope stroom door slim laden van elektrische auto’s

Finland wil autobezit overbodig maken met nieuw OV-systeem

Geslaagde proef in Twente met energieneutraal wonen

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl